Ons beton voldoet aan hoge kwaliteitseisen. Niet gek natuurlijk, de producten moeten 100% veilig zijn. Maar, dat gaat niet vanzelf. Marc en Bram werken elke dag hard om de kwaliteit van het beton van Bruil te garanderen. Marc als betontechnoloog en Bram als betonlaborant. Het duo vertelt meer over hun werk als onderdeel van de kwaliteitscontrole.
Betonlaborant en betontechnoloog
Bram Schoo is betonlaborant bij onze vestiging in Veenendaal. Marc de Wit is betontechnoloog en verantwoordelijk voor drie vestigingen in Midden-Nederland: Wageningen, Woerdense Verlaat en Veenendaal.
“Ik ben verantwoordelijk voor het controleren van het transportbeton dat naar klanten gaat,” begint Bram. “Zodra ik iets vind dat niet klopt, neem ik contact op met de betontechnoloog. Marc, dus.”
Er is meer dan hard en grijs beton
Marc begint zijn verhaal: “Wij zijn als kwaliteitsdienst verantwoordelijk voor het in- en uitgaande product. Grondstoffen zoals zand, grind en cementen komen bij ons binnen en die controleren wij. Daarbij ben ik zelf verantwoordelijk voor de recepturen: je moet je voorstellen dat elk project vraagt om een andere samenstelling van het beton. Dus hebben we honderden recepten. Mensen denken soms dat beton alleen hard en grijs wordt, maar er zit zoveel meer in.”
Bram houdt zich als laborant elke dag bezig met het nemen van monsters en het controleren daarvan. “Als ik een mankement vind, neem ik contact op met Marc. Ik mag niet zelf het recept wijzigen.” Bij die werkzaamheden hoort bijvoorbeeld het controleren van bestanddelen van vloerplaten en ribcassettevloeren, maar ook het zeven van zand en grind om de korrelopbouw te bepalen. “Met die informatie kan Marc een recept maken.”
Monsters en mengmachines
Van een betonrecept moet Bram bijvoorbeeld om de 75 kubieke meter een monster nemen. “Dat gaat in een blokje, dat 28 dagen onder water wordt gezet. Dat moet aan bepaalde eisen voldoen. Net zoiets als een bakker waarvan het brood wordt gecontroleerd. We worden gecontroleerd door het KIWA. Die komen meerdere keren per jaar langs, soms gepland en soms onverwacht.”
“Maar, je moet ook de mengmeester ondersteunen,” vervolgt Bram. “Of je voert onderhoud en kleine reparaties uit.” Een minder leuk, maar dagelijks terugkerend klusje is het schoonmaken van de mengmachines: “Dat is een vrij intensieve taak. Je trekt een dik regenpak aan en gaat op je knieen drie kwartier met een hogedrukspuit aan de gang. Het hoort erbij.”
Samenstelling en verwerkbaarheid van het beton
Als betontechnoloog krijgt Marc de recepten voor het beton altijd voorgeschreven door een constructeur. Deze berekent de constructie en weet welke draagkracht het beton nodig heeft. “Je hebt verschillende sterkteklassen, van C15 tot C67, en diverse milieuklassen. “Hiermee wordt aangegeven aan welke omstandigheden het beton blootgesteld wordt. Denk aan onderwaterbeton. Maar, ook het contact met zeewater of chemicaliën speelt hier bijvoorbeeld een rol in.”
De constructeur maakt dus het sterktepaspoort en schrijft de milieuklasse voor. Een ander, erg belangrijk aspect, is de verwerkbaarheid van het beton. Marc: “Wanneer het met een kruiwagen gestort wordt, wil je dat het niet te dun is, want dan stroomt het zo de kruiwagen uit. Maar, als het door een leiding heen moet, dan streef je juist wel naar die dunne samenstelling.”
En bij die samenstelling speelt Bram ook weer een belangrijke rol. “Ik zeef de grondstoffen, zoals zand en grind. De korrelopbouw daarvan, dus de hoeveelheid grote en kleine korrels in het mengsel, geef ik aan Marc door. Die kan dan de ideale korrelopbouw in het recept berekenen. Vervolgens meet ik de monsters weer en op basis daarvan wordt het recept, als het nodig is, weer iets aangepast.”
Ervaringsvak met de nodige cursussen
Betonlaborant of betontechnoloog word je niet zomaar. Marc geeft aan dat de opleiding tot betontechnoloog echt pittig is: “Ik ben de eerste keer ook gezakt voor de cursus. Dit jaar zijn er van de 25 deelnemers slechts 2 geslaagd. Het is echt niet makkelijk.” En zelfs met de opleidingspapieren op zak ben je nog geen officiële betontechnoloog. De KIWA ziet je pas als volwaardig technoloog als je een aantal jaren praktijkervaring hebt opgedaan. Bram is vanuit zijn functie als chauffeur doorgegroeid naar die van betonlaborant.
Blijven ontdekken
Bram sluit af met een mooie overpeinzing: “Als kind droomde ik er niet van om betonlaborant te worden. Maar, je stroomt erin. En toen ontdekte ik hoe ontzettend boeiend dit vak is.” Marc heeft woorden van gelijke strekking: “Beton klinkt niet zo aantrekkelijk. Maar, ik heb 500 verschillende recepten. Met verschillende sterktes, verwerkbaarheden voor de pompen en kranen, milieuklassen, noem maar op. Er is en blijft ontzettend veel in beton te ontdekken.”
Word ook expert in beton
Wil je weten of we op dit moment een betonlaborant of betontechnoloog zoeken? Bekijk ons vacatureaanbod. Misschien zien we je dan binnenkort wel bij Bram op het laboratorium: “Het mooie bij Bruil is dat je heel vrij wordt gelaten in hoe je je werk doet. Dat, in combinatie met de groeimogelijkheden, maakt het een hele fijne werkgever.” Wil je eerst meer over het vak lezen? Kijk dan op onze vakgebiedenpagina over de betontechnoloog en betonlaborant.